Beste moppen

De moeders van Anna, Bas en Rob lopen door de winkelstraat. 'Mijn Rob kan al lopen', roept Robs moeder stralend. 'Mijn Bas kan zijn naam al zeggen', straalt de moeder van Rob. 'Anna kan haar naam ook al achterstevoren zeggen', straalt de moeder van Anna.

Yasmin: ‘Ken je de mop van dacht ik al?’ Maxim:  ‘Nee…’ Yasmin: ‘Dacht ik al!’

Leander en Carolien lopen op straat. Onderweg zegt Leander: ‘Ik droomde vannacht dat ik naar de kermis ging. Wat heb jij gedroomd?’ Carolien: ‘Ik droomde dat ik een feestje gaf en jou niet uitnodigde.’ Leander: ‘Wat flauw, waarom niet?’ Antwoordt Carolien: ‘Jij was toch naar de kermis?’

Carolien: ‘Hou je van me?’ Roel: ‘Natuurlijk niet!’ Carolien: ‘Maar waarom kus je me dan steeds?’ Roel: ‘Ik vind die frambozenlippenstift van je zo lekker!’

'Wat is dichterbij, Jantje? De maan of Australië?', vraagt de juf. Antwoordt Jantje: 'De maan, juf.' 'Waarom denk je dat, Jantje?' vraagt de juf. 'Omdat ik 's avonds de maan kan zien en Australië niet.'

Jantje loopt naar school en komt langs het huis van de burgemeester. Jantje spuugt op zijn raam en de burgemeester komt woedend naar buiten. Hij zegt: 'Hoe zou jouw moeder het vinden als ik op jullie raam spuug?' 'Nou burgemeester, dat zou ze heel knap vinden, want we wonen op de zevende verdieping!

Twee oenen zitten in een bootje. Zegt de ene oen tegen de andere: ‘Er zit een gaatje in onze boot.’ Zegt de andere oen: ‘Dan maken we er toch nog een gaatje bij, dan loopt het water er daar weer uit.’

Twee slangen zitten in de woestijn. De ene slang zegt tegen de andere: ‘Ik hoop niet dat ik giftig ben.’ ‘Waarom?’ vraagt de andere slang. ‘Omdat ik net op mijn tong heb gebeten!’

Er zit een man aan de bar. Ineens haalt hij een glazen oog uit zijn zak. Hij gooit het oog tegen het raam. En daarna nog een keer. ‘Wat doe je?’ vraagt de barman verschrikt. ‘Ik kijk of mijn fiets nog buiten staat’, antwoordt de man.

'Mama, ik heb een complimentje van de juf gehad', zegt Jantje. 'Wat zei ze dan?', vraagt zijn moeder. 'Nou, de juf zei dat alle leerlingen sufferds zijn, maar dat ik de grootste ben.'